donderdag 19 juni 2014

Afvallen, maar nooit te veel

Bijna iedereen boven de veertig begint op een gegeven ogenblik dikker en zwaarder te worden. Waardoor dat komt: aanleg, leeftijd, meer eten, minder bewegen? Joost mag het weten.
In eerste instantie probeer je het wat te negeren: het komt wel weer goed, ik moet gewoon wat minder eten. Maar uiteraard lukt dat niet. Vervolgens ga je wat fanatieker aan de gang: een dieetje waarbij je behoorlijk afvalt, maar als het streefgewicht bereikt is, ga je weer over op je normale eetpatroon en de kilo's zijn er zo weer aan. De kunst is namelijk om blijvend minder te eten. Dat is een heel ander doel dat 5 kilo eraf. Geen radicale maatregelen, maar matigheid. Het gaat vooral om het minder.

Dat wil niet zeggen dat je geen doel in termen van gewicht moet hebben. Je gewicht is ongeveer het enige meetbare. Maar kies als doel een termijn en een gewicht die ook voor de toekomst realistisch zijn: 5% minder gewicht in één jaar. Als je tachtig kilo bent is, dat 4 kilo per jaar of 370 gram per maand. Daarvoor hoef je niet te hongeren.

Vervolgens de grote vraag: wat moet je laten staan? Het ene dieet zegt minder vetten, het andere minder koolhydraten. In essentie dus: geen patat en hamburgers, of geen brood en bier? Je kunt ook beide wat minder doen. Dan zit je altijd goed.

Lampjes:
  • Weeg je zelf maandelijks op een vast tijdstip.
  • Maak een tabel waarin je je maandelijkse streefgewicht en je werkelijke gewicht optekent
  • Eet minder aardappels, pasta en rijst.
  • Eet minder koekjes en chips (die bevatten zowel koolhydraten als vet). Realiseer je dat die 10 seconden lekkere smaak gevolgd worden door blijvende effecten op je gewicht.
  • Eet minder tussendoortjes in het algemeen. Een lege en knorrende maag is geen honger, maar een signaal dat je op het goede pad bent. Wees er trots op. Maar niet overdrijven; als je bijna omvalt moet je wat eten.
  • Begin nu!